Reanimatie in 1944

Hoe was de reanimatie in het verleden?

Een weergave van de richtlijnen volgens de 14e druk van het Oranje Kruis boekje.

Indien schijndood optreedt of dreigt op te treden, is het voornaamste redmiddel
'Opwekken van de Levensgeesten, bestaande uit:'
  1. Kunstmatige ademhaling,

  2. Middelen tot verbetering van de bloedsomloop (hartmassage, warm houden en warm wrijven, huidprikkels)

Hiermede moet onverwijld begonnen worden.

Voorbereidende maatregelen:

  1. Draag iemand uit uw omgeving op om dadelijk, liefst telefonisch een dokter of de gemeentelijke geneeskundige dienst te waarschuwen met verzoek een zuurstofkoffer mee te brengen

  2. Reinig zo nodig neus en mond van modder, vuil, pruimtabak, verwijder een kunstgebit.

  3. Breng zo nodig de onderkaak naar voren.

  4. Pas de handgreep van Laborde toe.

Pas dan de kunstmatige ademhaling toe volgens de methode van Silvester of van Schäfer. Deze moet aan drie eisen voldoen.

Ten eerste moet ze onmiddelijk beginnen; Ten tweede moet ze precies volgens de regels worden uitgevoerd; Ten derde moet ze zolang, zonder onderbreking, worden volgehouden, tot een arts zulks niet meer nodig vindt of de zekere tekenen van dood aanwezig zijn. 

De handgreep van Laborde passe met als volgt toe:

Ga naast het slachtoffer zitten met uw gelaat naar diens gezicht gekeerd. Vat met een, over duim en wijsvinger gespannen, zakdoek de tong van den schijndode beet en trek haar zonder geweld over de tanden van de onderkaak heen zoveel mogelijk naar voren. Houd de tong zo twee seconden en breng ze, haar steeds vasthoudende, dan weer in de mond terug. Laat ze twee seconden in die stand. Voer deze beweging drie maal uit. In lichte gevallen van ademhalingsstilstand zal het op deze wijze reeds kunnen gelukken den patiënt weder tot ademhalen te brengen.

Is het om een of andere reden aanvankelijk moeilijk de tong beet te pakken, verschaf u dan zonder talmen zekerheid dat de ademweg vrij is. De onderkaak wordt in haar geheel naar voren gebracht volgens de handgreep Heyberg door druk van de hand, voornamelijk van de wijsvingers aan de onderkaakshoek en met deze verschuiven tongbodem en tong, zodat de ademweg vrij wordt. Men legt daarbij beiderzijds de vlakke hand op het oor met de duim op het voorhoofd, de top van de wijsvinger achter de onderkaakshoek en dringt, terwijl de duim stevig op slaap en voorhoofd rust, met de onderkaak naar voren, zodanig dat de snijtanden van de onderkaak voor die van de bovenkaak komen te staan. Daarbij moet druk op de bloedvaten van de hals worden vermeden.

Methode van Silvester

  1. Leg zo nodig den schijndode op de rug.

  2. Leg een opgevouwen kledingstuk onder de schouderbladen van den patiënt

  3. Plaats u achter het hoofd van den patiënt op één knie gij kunt, als ge moe wordt, van knie verwisselen).

  4. Leg het hoofd zover mogelijk op zijde; de wang tegen de grond en zie toe, dat het steeds in die stand blijft.

  5. Breng zo nodig de onderkaak naar voren.

  6. Trek de tong uit de mond en leg haar met een wasklem vast.

  7. Leg de armen neer, opgeslagen langs het hoofd van patiënt en pak zo in de elleboog beet (Inademing).

  8. Breng de armen langs het lichaam naar beneden. Druk daarbij uiterst voorzichtig tegen de voorzijde van de borstkas aan, terwijl ge rustig zegt: honderd en een, honderd en twee (tempo 12 ademhalingen per minuut). (Uitademing)

  9. Breng de armen langs het lichaam (inademing) en tel weder rustig: honderd en een, honderd en twee.

Is er meer dan één helper aanwezig, dan tijdens het toepassen van de kunstmatige ademhaling de hartmassage uitvoeren, huidprikkels toepassen en de patiënt warm toedekken. De beschreven methode van Silvester verdient de meeste aanbeveling. De kunstmatige ademhaling volgens Schäfer wordt uitgevoerd bij een slachtoffer die op zijn buik ligt.

Odoo • Tekst en afbeelding